Waarom je de NEN2580 en Meetinstructie oppervlaktes niet moet gebruiken voor de Woningwaardering

De NEN2580 is een norm die de oppervlakte van gebouwen en ruimten in een gebouw bepaalt, en het Woningwaarderingstelsel (WWS) is een puntensysteem dat de kwaliteit van een huurwoning bepaalt om de maximale huurprijs vast te stellen. Beiden maken gebruik van oppervlaktemetingen, maar het is belangrijk om te beseffen dat deze meetmethodes niet uitwisselbaar zijn en niet gebruikt kunnen worden voor dezelfde doeleinden

Hoewel de Meetinstructie, die in essentie een afgeleide is van de NEN2580, vaak wordt gebruikt voor marktwaardering, zijn er wezenlijke verschillen tussen deze methodieken en het WWS. Het is daarom niet verstandig om oppervlakte die conform de Meetinstructie of de NEN2580 zijn opgenomen, te gebruiken voor de WWS-administratie.

De belangrijkste verschillen tussen de methodieken staan hieronder per niveau opgesomd:

 

Eenheidniveau

  • Bij de NEN2580 en de Meetinstructie worden alle ruimtetypen meegenomen in de bepaling van de oppervlakte GO, terwijl voor de WWS alleen verblijfsruimten, bad- en toiletruimten en bepaalde groottes van opslagruimten worden meegenomen.
  • Bij de NEN2580 wordt alles opgeteld zonder tussentijdse afrondingen, terwijl de WWS tussentijdse afrondingen per subcategorie hanteert.
  • Bij de NEN2580 en de Meetinstructie wordt afgerond op een andere manier dan in de WWS. In de WWS wordt altijd afgerond op hele cijfers voor de eindgetallen.
  • De ruimte onder een trap wordt op eenheidniveau wel meegenomen in de NEN2580 en de Meetinstructie, maar niet in de WWS.
  • Schachten worden in de NEN2580 en de Meetinstructie, afhankelijk van het oppervlak, meegenomen in de totalen, terwijl schachten in de WWS te allen tijde worden uitgesloten.

Ruimteniveau

  • De WWS vereist dat een verblijfsruimte voor minimaal 50% van het oppervlak hoger is dan 2,1 meter, terwijl de NEN2580 geen eis heeft op dit gebied.
  • Voor de WWS moet een verblijfsruimte minimaal 4 m² groot zijn, terwijl dit voor de NEN2580 niet geldt. De Meetinstructie hanteert deze eis op een hoogte van 2 meter.
  • De WWS vereist een minimale daglichttoetreding van 0,5m² voor verblijfsruimten, maar dit is niet het geval voor de NEN2580, en voor de Meetinstructie geldt deze eis alleen voor zolders.
  • Bij de WWS worden trapgaten en vlizotrappen te allen tijde van het ruimteoppervlak afgetrokken, terwijl dit bij de NEN2580 alleen gebeurt bij trapgaten vanaf een bepaald oppervlak.
  • De WWS past het oppervlak van een badkamer aan op basis van de aanwezigheid van een toilet in de ruimte, terwijl de NEN2580 dit niet doet.


Dit is slechts een kleine selectie uit de verschillen in meetmethoden tussen de NEN2580, Meetinstructie en WWS. Al deze meetmethodes zijn belangrijk en zijn het waard om kloppend te krijgen voor alle woningen. Om in uitgangspunten van de verschillende meetmethodes uniformiteit te houden, is het ook van belang om te werken met eenduidige en betrouwbare brondata die bij alle meetmethodes overeen komt.

Kortom: alle rekenmachines laten werken op dezelfde uniforme set aan data.

Vervolgens is het slechts een kwestie van rekenen. Wil je weten hoe dit binnen Bryder werkt met Digital Twins? Of zou je graag een vollediger overzicht hebben van de verschillen per methode? Vul dan het onderstaand formulier in.

Zoals gezegd worden de Meetinstructie oppervlaktes veelal gebruikt voor de marktwaardering. De WWS oppervlaktes uiteraard vooral voor het bepalen en verantwoorden van de maximale huurprijs.

Hierbij is het vooral van belang om de oppervlaktes op basis van dezelfde uitgangspunten vast te stellen.

Wil je weten hoe wij dit voor heel veel corporaties doen? Of wil je een overzicht van de grootste verschillen in meetmethodiek? Vul dan onderstaand formulier in, dan nemen wij contact met je op.

T (088) 04 03 210
E support@bryder.com

Solliciteren